1. Je denkt mee en zoekt samen naar de oplossing. Uit alle mogelijkheden maak jij de keuze voor de beste oplossing. Daarmee ga jij aan de slag en waar nodig geef je ondersteuning.
Je maakt het begrijpelijk voor inwoners, ondernemers en instellingen. Jij praat de taal die de ander kan verstaan. Je bent zo snel mogelijk duidelijk over wat wel en niet kan. 'Nee' is ook een antwoord. Je maakt vooraf helder wat iemand kan verwachten: wat moet er worden aangeleverd? Welke doorlooptijd? En als dat niet vooraf duidelijk is en lopende het proces pas duidelijk wordt leg je ook uit waarom dat het geval is, bijv. bij een principe verzoek.
2. Je steekt je nek uit om de inwoner, ondernemer of instelling van dienst te zijn en jij gaat daarin verder dan dat zij verwachten.
Hierbij is het nodig dat je je als collega gesteund voelt, back-up hebt en daarop kan vertrouwen. De kernwaarden, waar wij nog steeds aan vasthouden, zijn hierbij van groot belang. Kijk hoe je de kernwaarden kunt toepassen bij het vinden van de ruimte zodat je weet hoe ver je je nek kunt uitsteken en wie of wat je daarbij nodig hebt. Voer het gesprek in de organisatie over de kernwaarden collectief zoals bijvoorbeeld in een intervisie Café.
3. Je zorgt ervoor dat de inwoner, ondernemer of instelling zich gezien en gehoord voelt. Je hebt contact met hen van mens tot mens.
Regelmatig start een gesprek met een inwoner, ondernemer of instelling emotioneel. Dat vraagt van jou om rustig en vriendelijk te blijven want dan is de kans groter dat jouw gesprekspartner dat ook wordt. Van jou wordt dus meer incasseringsvermogen verwacht en dat we zaken niet persoonlijk nemen. En natuurlijk mogen we ook van de inwoner/bedrijf een respectvolle benadering verwachten.
4. Je wordt er blij van om inwoners, ondernemers, instellingen en je collega's te helpen, want jij hebt er lol in en dat straal je uit. Een glimlach voor een glimlach.
Je gaat met de ander om zoals je ook wil dat anderen met jou omgaan.
5. Je werkt in een bestuurlijke context, je betrekt en informeert het bestuur proactief.
Je zegt wat je doet en je doet wat je zegt. Je voert regie op het proces en adviseert het bestuur. Als het proces anders loopt dan verwacht dan laat je dat weten. Je houdt inwoners, ondernemers en/of instellingen op de hoogte van de voortgang. Je kent de mensen die onderdeel van het proces uitmaken, in- en extern. Alleen dan kun je regie voeren, want regie voeren is actief volgen en niet afwachten.
6. Je bent helder over wat je niet voor de inwoner, ondernemer, instelling en je collega kunt doen. Niet omdat je niet wilt, maar omdat het echt niet kan.
Als iets niet kan, dan ben je daar duidelijk over. Een 'nee' kan bijvoorbeeld voortkomen uit regelgeving, beleid, afwegingen in het algemeen belang. Maar, je stopt niet bij 'nee'. Je legt het bestuur alternatieven voor, verkent samen wat wel kan, en geeft die mee aan de inwoner, ondernemer of instelling.
Als je een brief stuurt die impact heeft op het persoonlijk leven van de ontvanger, bijvoorbeeld na een besluit, dan neem je van tevoren telefonisch contact op of je gaat langs bij de ontvanger. In dat gesprek leg je uit wat er aankomt en waarom.
7. Je bent te spreken
Dus jij bent bereikbaar en wie nodig is doet mee. En aan het eind is iedereen te spreken over de manier waarop je het gedaan hebt.
En nu ben jij aan zet!
Durf jij een stap naar voren te zetten?
Vragen?
Stel ze via directie@hollandskroon.nl.